In deze blog lees je waarom het uurtarief van een Flexleerkracht (PO) eigenlijk niet te vergelijken is met het uurloon van een leerkracht in loondienst—en waarom die vergelijking tóch steeds wordt gemaakt: “Waarom ligt het uurtarief van een zzp’er hoger dan het uurloon van een leerkracht in loondienst?”. Flexonderwijs laat zien waar het misgaat en welke kosten vaak worden vergeten. Door niet de vorm, kleur en structuur van de appel met de peer te vergelijken maar te kijken naar het “sap”, lukt het wél om een eerlijke vergelijking te maken. Daarbij hebben we de salarisverhoging van 2026 meegenomen.
Het verschil tussen salaris en uurtarief
Het lijkt logisch: je deelt het brutoloon door het aantal uren en vergelijkt dat met een uurtarief. Maar zo werkt het niet. Een salaris laat zien wat iemand overhoudt, terwijl een uurtarief laat zien wat iemand kost. In loondienst betaalt de werkgever vakanties, scholing, ziekte, vrije dagen, premies en teamtaken. Daardoor levert een werknemer gemiddeld maar 60–70% declarabele uren, terwijl het loonstrookje alleen het bedrag toont dat iemand kan besteden.
Een zzp’er neemt juist alle werkgeversrisico’s over: geen doorbetaling bij ziekte, geen vakanties, geen zekerheid, geen collectiviteitskortingen. Alleen de uren voor de klas worden gefactureerd; alle bedrijfsuren zijn onbetaald. De variabelen zijn groot—beschikbaarheid, werkduur, concurrentie en expertise. Daarom is een eerlijk vergelijk pas mogelijk als je kijkt naar de volledige kostprijs. En vaak blijkt dan dat iemand die iets meer kost, misschien wel minder werkgeversrisico oplevert.
Lees hier waarom uurtarieven van elkaar kunnen verschillen.
Expertise boven functie: waarom dit ertoe doet
Een tweede misverstand: je vergelijkt een functieprofiel (bijv. leerkracht LB) met een zzp-professional die wordt ingezet op expertise (dit wijst op schijnzelfstandigheid). Waar een loondienstleerkracht wordt afgerekend op “lesgeven als doel”, wordt een zelfstandige vaak gevraagd om “veiligheid, structuur of pedagogische rust” – waarbij lesgeven het middel is.
Dit maakt dat tarieven ook tussen zzp’ers onderling kunnen verschillen. Niet door willekeur, maar door de waarde die iemand toevoegt: ervaring, specialisme, beschikbaarheid en vervangingsrisico.
Voorbeeld bij een fulltime LB/LC-leerkracht:
Nuance: een flexleerkracht (zzp) werkt zelden tot nooit 1.0 fte en al helemaal niet een vol jaar.
Leerkracht LB: Bruto salaris tussen € 3636 en € 5541. We nemen even het gemiddelde van € 4589 euro. De laagte tree is 21% lager en de hoogste tree is 21% hoger.
Leerkracht LC: Bruto salaris tussen € 3658 en € 6456. We nemen het gemiddelde van € 5057 euro. De laagte tree is 28% lager en de hoogste tree is 28% hoger.

Wat maakt een loondienst-leerkracht écht kostbaar?
Naast salaris en werkgeverslasten draagt de school ook kosten voor afwezigheid.
- ziekte (gemiddeld 7–8% in PO)
- studiedagen
- vergaderingen
- professionalisering
- administratieve uren
- vakantieweken
Deze worden 100% doorbetaald. Daardoor daalt het aantal “werkelijk beschikbare uren” sterk. De kostprijs per uur stijgt dus zonder dat het salaris stijgt. In 2026 kwam hier de aangekondigde salarisverhoging bij van 5,5%, plus extra verbeteringen voor reiskosten, scholing en werkdrukverlichting. Een goede ontwikkeling—maar wel een die de kostprijs verder verhoogt.
De kostprijs van een zzp-leerkracht: een ander verhaal
Een zzp’er is zijn eigen werkgever én vangnet. Wat wordt gefactureerd is géén salaris. Uit één uurtarief moeten komen
- ondernemersrisico
- niet-declarabele uren (acquisitie, administratie, website, gesprekken)
- verzekeringen
- scholing
- pensioen
- periodes zonder werk
- geen doorbetaling bij ziekte
- geen collectieve voordelen
- reis en parkeerkosten
Daarnaast wordt alleen het daadwerkelijke lesgeven of de afgesproken opdracht gefactureerd. Alle uren eromheen zijn voor eigen rekening.
Het verzuim in het onderwijs meegerekend?
Als we dat zouden doen, zou een zzp’er die 10% duurder is dan loondienst-kostprijs alsnog goedkoper zijn dan de loondienstcollega. Een zzp’er brengt namelijk géén verzuimkosten, géén vakantiedoorbetaling en géén werkgeversrisico’s met zich mee. Het verzuim in het onderwijs ligt op 7,4%. Bij zzp’ers ligt het verzuim op 1,2% (en dat hoeft de opdrachtgever niet te betalen)
Conclusie: Het sap vertelt het echte verhaal
Het uurtarief van een zzp-leerkracht is geen “hoog loon”; het is een compleet kostenplaatje. Het brutoloon van een leerkracht is geen “lage vergoeding”; het is een deel van een totaalpakket aan werkgeverskosten.
Wanneer je die twee eerlijk naast elkaar zet, blijkt het verschil klein, logisch en soms zelfs in het voordeel van zzp-inzet. Zeker met de cao-verhoging van 2026 is één ding duidelijk: Het onderwijs heeft zowel vaste krachten als zelfstandige professionals nodig om continuïteit, kwaliteit en werkdrukverlichting te waarborgen.
Vergelijken met de docent Vergelijken met de vakleerkracht Vergelijken met de IB / KC Vergelijken met de Schoolleider

