Dat een vakbond als de AOb primair opkomt voor loondienstpersoneel, begrijpen wij volkomen. Zzp-schap is voor traditionele vakbonden per definitie een lastig concept. Toch willen we een andere kant van het verhaal laten zien.
Want wie echt opkomt voor het vaste personeel (de leraar die onder hoge werkdruk staat, zich niet altijd gewaardeerd voelt of verlangt naar beter werkgeverschap) zou zzp-inzet juist als een kans kunnen zien – niet als bedreiging. Een sterke, goed geregelde flexibele schil is essentieel voor het behoud van je vaste team. Dáár staan zelfstandige onderwijsprofessionals voor: tijdelijke ondersteuning zonder druk op formatie of verplichtingen bij ziekte of uitval.
Juist daarom verbaast het ons dat de Algemene Onderwijsbond (AOb) onlangs van koers lijkt te zijn gewijzigd. Mogelijk onder druk van de FNV, maar feit blijft: de brief die zij naar de Tweede Kamer stuurden, draagt bij aan verwarring en onrust. Niet op basis van feiten, maar op aannames – of beter gezegd: stevige frames.
Lees hier de brief van de AObWij ontkrachten de belangrijkste punten graag. Niet omdat we tegen loondienst zijn – integendeel – maar omdat het onderwijs gebaat is bij samenwerking, niet bij polarisatie.
Punt 1 – “Zzp’ers ondergraven de onderwijskwaliteit en verhogen de werkdruk”
Werkdruk: Het uitvoeren van *alle* loondienstwerkzaamheden is per definitie niet toegestaan. Dat zzp’ers dit dus weigeren, is hen juist te prijzen. Zij voorkomen hiermee boetes en geven in feite aan: zet ons anders in, dan heb je méér aan ons. Het zou de AOb sieren als zij zich hadden verdiept in het feit dat zzp’ers vaak juist worden ingezet bij uitval – en daarmee die uitval ook helpen voorkomen. Zo verlagen zij de werkdruk in plaats van deze te verhogen. De uitspraak is dus geen gevolg van de zzp’er, maar van onjuiste (te late) vraagstelling vanuit het onderwijs. Geen handhavingseis dus, maar een oproep tot betere informatievoorziening aan de AOb-achterban.
Onderwijskwaliteit: Heel simpel: een professional die zijn werk niet naar behoren uitvoert, hoort niet thuis in het onderwijs. Slechte werknemers tref je zowel in loondienst als onder zzp’ers. Maar waar je bij loondienst vaak een jaar vastzit aan iemand vanwege dossiervorming, kun je bij een zzp’er na twee weken afscheid nemen. Dat verschil maakt duidelijk wat in de praktijk kwalijker uitpakt voor het onderwijs.
Punt 2 – “Zzp’ers ondergraven het collectieve beroep van leraar”
Oei. We lezen dat de AOb stelt dat zzp’ers het beroep ondergraven omdat ze geen onderdeel (willen of mogen) zijn van het team. Dat is een opmerking vanuit “uitsluiting” – iets wat wij ook horen van zij-instromers. Een opmerking die het onderwijs als geheel niet bepaald aantrekkelijker maakt. Waarom zou een ‘vliegende keep’ onwenselijk zijn? Volgens ons – en diverse onderzoeken – zijn ze juist hard nodig om het kernteam compleet te houden. En dat zónder afbreuk te doen aan het beroep. Dit frame is dan ook ongepast.
“Kijkend naar de wet DBA en huidige jurisprudentie is een zzp-leraar per definitie een schijnzelfstandige.”
De jurisprudentie – gecentreerd rond de uitspraak van de Hoge Raad – stelt juist dat inbedding niet automatisch leidt tot schijnzelfstandigheid. De stelling van de AOb is feitelijk onjuist en toont aan dat zij de wet- en jurisprudentie eenzijdig interpreteren. Waarom?
Het onderwijs profiteert meer van de zzp’er dan andersom
Punt 3 – “Zzp’ers zorgen voor hogere kosten bij scholen”
Een zeer tendentieuze berekening. De Algemene Rekenkamer gaf aan dat zzp’ers duurder zijn dan loondienst, maar tegelijkertijd goedkoper dan detachering of uitzendkrachten. Daarbij wordt geen rekening gehouden met loondoorbetaling bij ziekte en verlof (wel van toepassing bij loondienst, niet bij zzp). Dat zzp’ers 10–15% duurder zijn, is logisch: ze hebben geen collectieve kortingen en geen jaarcontract van 40 uur zekerheid. Is een zzp’er twee weken per jaar niet ingepland, dan is hij of zij met een iets hoger tarief alsnog goedkoper dan loondienst of interne invalpools (met extra management- en planningskosten).
Opvallend is dat de AOb spreekt over een kostenstijging van 50%, terwijl het verschil tussen de laagste (€58) en hoogste (€88) tarieven neerkomt op circa 35%. Waarom deze overdrijving?
De uitgaven aan zzp’ers staan in schril contrast met de uitgaven aan commerciële bureaus. FlexOnderwijs kan zelfs aantonen dat er jaarlijks door zzp-inzet ongeveer 40 miljoen euro bespaard wordt. Geen zzp’ers betekent dus: dat bedrag extra uitgeven. Zzp’ers kosten geld, maar besparen minstens evenveel.
De stelling dat je alle kosten aan zzp bespaart als iedereen in loondienst gaat, klopt alleen als *iedereen* daadwerkelijk in loondienst komt. Maar… daarover hieronder meer.
Bekijk de besparing van 2024/2025
Punt 4 – “Zzp’ers komen vanzelf wel in loondienst, handhaving DBA is positief”
Natuurlijk komen er zzp’ers in loondienst. Dat is elk jaar zo’n 20% – ook dit jaar weer. Maar het idee dat dit door de DBA komt, is een hoopvolle aanname. Wij zien in de cijfers (die wij wel hebben) vooral zzp’ers die via bureaus overstappen. En 80% van de zzp’ers raak je als onderwijs kwijt met een anti-zzp-houding.
Zonde. Want volgend jaar mis je dan opnieuw 20% van deze nieuwe groep stille reserve.
Daarbij is het de vraag of de zzp’ers die nu voor loondienst kiezen, daar ook blijven. Er was immers een reden waarom ze ooit vrijwillig voor het zzp-schap kozen – en dat was níet het salaris (zie: stillereserve.nl, door de AOB regelmatig benaderd en benoemd).
Het onderwijs profiteert meer van de zzp’er dan andersom