Pim Westenberg in gesprek met directeuren, Onderwijsbond, een FlexLeerkracht en een FlexDocent.
De zzp’er beleeft zijn doorbraak voor de klas. Leraren in het basisonderwijs zien in tijden van krapte hun kans schoon om niet aan één school verbonden te blijven, maar te switchen tussen lokalen. “In elke sector is het de normaalste zaak van de wereld, maar in het onderwijs staan mensen op hun achterste poten.”
Maandag bouwt Jan-Willem Duim websites, dinsdag werkt hij op een basisschool op IJburg, woensdag coacht hij een leerkracht in Gaasperdam, donderdag staat hij voor de klas in West en op vrijdag is hij daar ICT’er. Vorig schooljaar stond hij op achttien verschillende basisscholen voor de klas. De weekindeling van Duim verandert geregeld en dat is een groot verschil met de vaste aanstelling die hij tot twee jaar geleden had op één school. “Ik wilde op verschillende scholen hulp bieden. Door de hoge werkdruk zag ik de een na de andere collega uitvallen. Door mij op een school in te zetten kan de vaste leerkracht even wat anders gaan doen. Het is dus inval voordat er uitval is”, zegt Duim.
Waar hij inzet op korte en tijdelijke inval om de vaste leraar te ontlasten, worden er ook geregeld zzp’ers voor langdurige samenwerking ingehuurd. Zeven maanden, negen maanden, anderhalf schooljaar: het vormt geen uitzondering. Door het lerarentekort zijn vaste leerkrachten lastig te vinden, dus gaan scholen van tijdelijke aanstelling naar tijdelijke aanstelling. Volgens het CBS groeit het aantal zzp’ers dat in het onderwijs actief is, terwijl ook de uitzendbureaus en detacheringsbureaus zich op deze markt hebben gestort. Het levert gemengde gevoelens, vaak hoge kosten en een verdeelde onderwijswereld op.
Continuïteit
Elke docent kan het riedeltje wel dromen. Een leerling heeft drie basisbehoeften: autonomie, competentie en relatie. Dat laatste is voor een zzp’er door de vaak korte duur van het dienstverband lastiger. “Het onderwijs staat of valt met de interactie tussen diegene die voor de klas staat en de groep kinderen. Het is heel onhandig om steeds een ander gezicht voor de klas te hebben, daar bouw je geen band mee op. Dat is voor de kwaliteit van het onderwijs niet goed”, zegt Liesbeth Verheggen van de Algemene Onderwijsbond (AOb).
Romina Ferrari van OBS De Ster in Zuidoost erkent dat wisselende gezichten voor de klas het onderwijs geen goed doen, maar er valt niet veel te kiezen. Afgelopen zomer stond er voor vijf fte – vijf fulltime banen – aan vacatures open op haar school, die mede dankzij de inzet van een zzp’er konden worden ingevuld. “Ik huur zzp’ers in omdat het moet, niet omdat ik het wil. Veel wisselingen van leerkrachten geeft een reactie in het sociale aspect. Als kinderen vaak een andere leerkracht krijgen, dan raken ze hun vertrouwde omgeving kwijt en gaat de groepsdynamiek de negatieve kant op. De leider ontbreekt en dan gaat iemand anders in de groep opstaan. Kinderen hebben een volwassen leider nodig om in balans te blijven. Continuïteit is daarbij heel belangrijk.”
Afhankelijk van de duur van de samenwerking, is het lastiger om een goede band op te bouwen met leerlingen. Al moet daar volgens Tijl Rood, directeur van basisschool De Verwondering (Monnickendam), ook niet te zwaar aan getild worden. “Sommige leraren lopen de klas binnen en is er meteen een klik. Dan denk ik: nou, in die zeven maanden van bijvoorbeeld zwangerschapsverlof moet het wel gelukt zijn om een relatie op te bouwen met leerlingen.”
De grootste weerstand zit hem in de factor ‘tijdelijk’. “Onderwijs maak je niet alleen, dat maak je met elkaar. Zzp’ers hóéven van schoolleiders ook vaak niet alles mee te maken wat er op een school gebeurt, zoals sectievergaderingen”, zegt Verheggen. “Het kan een noodoplossing zijn om te voorkomen dat kinderen naar huis worden gestuurd, maar voor de kwaliteit van het onderwijs ben je gebaat bij iemand die een volwaardig teamlid is en meedenkt over de ontwikkeling van deze school.”
Zzp’ers als Duim worden met open armen ontvangen door schoolbesturen, maar hij snapt dat er ook weerstand is. “Een zzp’er wordt gezien als iemand die voor zichzelf werkt, en dat klinkt egoïstisch. Je zal dan dus niet om een ander geven, en in de onderwijsfamilie zorg je voor elkaar. Een zzp’er past daar niet tussen volgens dat beeld. Dat kan ik tegenspreken. Als er bijvoorbeeld met bankjes geschoven moet worden in de aula, dan doe ik dat als zzp’er ook, en daar hoef ik echt geen extra geld voor.”
Strijd tegen de uitzendbureaus
“Als we nu een advertentie plaatsen: ‘Welke gekwalificeerde, gemotiveerde leraar wil in vaste dienst bij ons voor de klas staan?’, dan beginnen we aan een lastige zoektocht. Die zijn er namelijk niet”, zegt directeur Hans Klaassen van SBO De Kans. “Zzp’ers kunnen een moeilijke periode overbruggen op een school, en in feite is dat prima. Ze zijn alleen in een negatief daglicht komen te staan, omdat we door een structureel tekort in het onderwijs de uitzendbureaus leeg trokken.”
Hij rekent even voor: “Laat een leraar op jaarbasis 70.000 euro kosten, dan ben je via een uitzendbureau al gauw een ton kwijt. Het is zeker veertig procent duurder, omdat er geld naar de organisatie gaat én via uitzendbureaus leraren opeens een schaal hoger komen. Het trekt het hele verdienmodel scheef. Vorig jaar hadden we vier fte op die manier opgevuld, dat is dus honderdtwintigduizend euro extra kosten voor één schooltje. Dat gaf een enorme overschrijding op de begroting en nu hebben we besloten om het niet meer te doen.”
De AOb trekt ook ten strijde tegen die organisaties. Advertenties van Maandag werden geschrapt uit het ledenblad en met een grote groep Amsterdamse scholen is afgesproken om niet langer gebruik te maken van de uitzend- en detacheringsbureaus. Het kan volgens hun nooit de bedoeling zijn dat overheidsgeld bestemd voor het onderwijs bij tussenpersonen terecht komt.
Die instelling is veelzeggend voor het onderwijs, volgens Rood. “Alle besturen en bonden gaan nu zeggen dat het schandaaaalig is dat Randstad, Maandag en andere detacheerders voor belaaachelijk veel geld leraren leveren. Maar het hoofdkantoor van Randstad moet toch ook verwarmd, daar werken toch ook mensen? In elke sector is het heel normaal, behalve natuurlijk weer in het onderwijs. Als je niemand vindt die in loondienst wil komen, zal je bij de zzp’ers en de uitzendbureaus uitkomen.”
“Het gaat mis bij de detacheringsbureaus”, zegt Duim. “Er is veel weerstand tegen het bedrag dat ze vragen. Men gaat er gemakshalve vanuit dat de zzp’er per definitie belachelijke bedragen vraagt, maar dat hoeft natuurlijk niet zo te zijn.” Op zijn dagen als websitebouwer heeft hij een eigen platform opgericht om detacheerders buitenspel te zetten en de zzp’er op een meer betaalbare manier in te kunnen zetten. Zzp’ers kunnen zich daar op flexleerkracht.nl aanmelden en scholen kunnen zonder tussenkomst direct contact opnemen met de flexibele leerkrachten. “Minpunt is nog wel dat de detacheerders de leerkrachten dus ook weten te vinden en proberen te strikken met bonussen of auto’s.”
Onderwijs als Dobby
Door het lerarentekort zijn de zzp’ers heel welkom op de scholen, maar van harte gaat het niet. “Ik vergelijk het onderwijs met een mammoettanker die maar één graden links of rechts gaat. Veranderingen in het onderwijs zijn heel lastig. Als er teveel veranderingen zijn, doen we de deur dicht en geven we les hoe we willen. Het is nieuw, dus er is weerstand”, zegt Duim. Rood vult hem aan: “Het onderwijs is een soort Dobby uit Harry Potter, die zichzelf steeds met een knots voor z’n kop aan het slaan is.”
Het beroep op en het aanbod van zzp’ers zal de komende jaren niet afnemen, integendeel. Ferrari: “Een van de redenen – niet dé reden – dat ik schoolleider werd, was dat ik het zat was om van acht tot drie voor de klas te staan. De échte discussie gaat om de invulling van de baan. Moeten we niet zorgen dat de baan leuker en flexibeler wordt?
Ook in het voortgezet onderwijs maakt het contract plaats voor de komst van zzp’ers. “Geschiedenis eerstegraads, biologie tweedegraads, economie eerstegraads en wiskunde tweedegraads. Deze zzp’ers vullen tijdelijke vacatures bij ons in”, zegt Sandra van Stelten van de OSB. De weerstand hiertegen is een stuk minder groot, doordat leerlingen al gewend zijn om verschillende docenten op een dag te zien. Toch benadrukt Verheggen van de AOb dat ook in het voortgezet onderwijs moet worden opgepast met de inzet van zzp’ers. “Om de haverklap krijgen leerlingen een andere docent voor de neus, dat is al flexibel zat. Juist dan is het essentieel dat je docenten hebt die de leerlingen elke week een aantal keer zien, dan zie je wat er gebeurt bij een kind. Als jij steeds ingevlogen wordt heb je niet in de gaten dat dat meisje van vijftien twee weken terug ook al gepest is, jij denkt: wat is hier aan de hand?” Sylvia Veldhuis zegde anderhalf jaar geleden haar baan op als lerares Duits en laat zich nu inhuren op verschillende scholen. “Ik wilde flexibeler zijn en andere scholen leren kennen. Ik was vastgeroest op mijn vorige school, nu heb ik vrijheid.”