Voorkom schijnzelfstandigheid
Schijnzelfstandigheid is de situatie waarin een opdracht vanuit een onderneming wordt uitgevoerd terwijl het eigenlijk in loondienst had gepast.
Jan-Willem Duim
Bij schijnzelfstandigheid ontduikt de opdrachtgever zijn verplichtingen naar de Belastingdienst en naar de zzp’er. De Wet DBA (deregulering beoordeling arbeidsrelatie) zorgt dat werkgever en werknemer samen verantwoordelijk zijn voor afspraken over de werkrelatie. Zo wordt schijnzelfstandigheid voorkomen.
Ondernemer volgens De Belastingdienst
- Aantal opdrachtgevers; als ondernemer heb je meerdere opdrachtgevers of klanten en heb je wisselende inkomsten
- Zelfstandigheid – je bepaalt zelf hoe jij het werk uitvoert
- Streven naar continuïteit: je onderneemt acties om te zorgen dat jouw bedrijf blijft bestaan
- Investeren – je investeert in je bedrijf: bedrijfsmiddelen, marketing, enzovoorts
- Risico – je loopt zelf het risico als dingen misgaan, je bent bijvoorbeeld aansprakelijk bij schade
- Winst – je streeft naar winst
- Minimum uurtarief – je uurtarief is niet lager dan €18,-
- Bron: Belastingdienst
De ondernemer of de opdracht?
We merken dat het onderwijs, vaak uit onbekendheid, eerder de opdracht dan het ondernemerschap langs de lat van schijnzelfstandigheid legt. Logisch… niemand wil een boete riskeren! De wet DBA heeft hier 3 vragen voor opgesteld. Als minimaal 1 met “nee” wordt beantwoord, is er géén sprake van schijnzelfstandigheid.
Loon
JA
Persoonlijke arbeid
JA/NEE
Werkgeversgezag
NEE
Om punt 3 (werkgeversgezag) van te voren goed af te spreken, kunnen scholen en zzp’ers via Flexonderwijs gebruikmaken van een overeenkomst van opdracht inclusief overeenkomst geen werkgeversgezag van De Belastingdienst. Dit betreft een twee-partijenovereenkomst; er is geen afhankelijkheid van/naar Flexonderwijs want enkel de school en de zelfstandige ondertekenen deze overeenkomst.
Wordt er gehandhaafd?
Ja en nee. De Belastingdienst ervaart dat deze wet DBA toch niet helemaal duidelijk is en is bezig met een vervolgwet (Opdrachtgeversverklaring met/zonder webmodule). Tot die tijd handhaaft De Belastindgienst wél maar richt het zich voornamelijk op de kwaadwillende. Mocht de belastingdienst de zzp’er of school als kwaadwillend zien, volgt eerst een waarschuwing. Pas bij het tweede zelfde geval volgt een boete.