De rechtbank Amsterdam heeft recent uitspraak gedaan in een spraakmakende zaak die vakbond FNV had aangespannen tegen het platform Temper. Volgens de FNV zouden de werkenden via Temper feitelijk werknemers zijn, en geen zelfstandigen. Maar de rechter oordeelde anders: Temper bemiddelt slechts tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers, en er is geen sprake van een arbeidsovereenkomst. Daarmee verliest de FNV een belangrijke rechtszaak in haar strijd tegen wat zij ziet als schijnzelfstandigheid.
Waarom is deze uitspraak relevant?
Voor veel zelfstandigen – en zeker ook voor zzp’ers in het onderwijs – is de uitspraak relevant omdat deze raakt aan de interpretatie van de wet DBA en aan de discussies over platformwerk. De rechter stelt vast dat zelfstandigheid via platforms niet per definitie schijn is, mits de werkwijze transparant en de contractuele vrijheid daadwerkelijk aanwezig is. Dat is een belangrijk signaal en uiteraard aan de orde bij Flexonderwijs.
Wat zegt de rechter precies?
De rechter bekeek de praktijk van Temper: gebruikers kiezen zelf hun opdrachten, onderhandelen over voorwaarden, en zijn vrij om ook voor anderen te werken. Dit verschilt wezenlijk van een werknemer-werkgeverrelatie. De conclusie: er is geen sprake van een gezagsverhouding, en dus ook niet van een arbeidsovereenkomst.
Reactie FNV
De FNV is teleurgesteld en kondigde direct aan in hoger beroep te gaan. Volgens hen is de constructie van Temper misleidend en ondermijnt het de arbeidsrechten van werkenden. (UPDATE: Er is nog geen hoger beroep bekend)
En nu?
De uitspraak roept vragen op over waar de grens ligt tussen zelfstandig werk en verkapte loondienst. Terwijl de politiek werkt aan de nieuwe Zelfstandigenwet, zet deze rechtszaak een streep onder het feit dat er ruimte is voor alternatieve werkvormen – zolang de autonomie van de zzp’er geborgd blijft.
Voor onderwijs-zzp’ers en opdrachtgevers
Voor wie in het onderwijs werkt met zzp’ers via bemiddelaars of platforms, onderstreept deze zaak het belang van transparantie en échte zelfstandigheid. Zorg dat de samenwerking voldoet aan de criteria van ondernemerschap – zoals meerdere opdrachtgevers, vrijheid van planning, en eigen tariefkeuze – en je voorkomt juridische risico’s.